Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- abtreten:
- Abtreten:
-
Wiktionary:
- abtreten → uit de weg gaan, aftreden, opgeven, loslaten, vrijlaten, afstand doen van, uitvallen, in de steek laten, laten varen, verlaten, toegeven, afstaan, wijken, zich onderwerpen, afleggen, prijsgeven, afstand doen, abdiceren, abdiqueren, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven
Duits
Uitgebreide vertaling voor abtreten (Duits) in het Nederlands
abtreten:
-
abtreten (überlassen; übergeben; abgeben; abstehen)
-
abtreten
-
abtreten (zurücktreten)
Conjugations for abtreten:
Präsens
- trete ab
- trittst ab
- tritt ab
- treten ab
- tretet ab
- treten ab
Imperfekt
- trat ab
- tratest ab
- trat ab
- traten ab
- tratet ab
- traten ab
Perfekt
- bin abgetreten
- bist abgetreten
- ist abgetreten
- sind abgetreten
- seid abgetreten
- sind abgetreten
1. Konjunktiv [1]
- trete ab
- tretest ab
- trete ab
- treten ab
- tretet ab
- treten ab
2. Konjunktiv
- träte ab
- trätest ab
- träte ab
- träten ab
- trätet ab
- träten ab
Futur 1
- werde abtreten
- wirst abtreten
- wird abtreten
- werden abtreten
- werdet abtreten
- werden abtreten
1. Konjunktiv [2]
- würde abtreten
- würdest abtreten
- würde abtreten
- würden abtreten
- würdet abtreten
- würden abtreten
Diverses
- tret ab!
- tretet ab!
- treten Sie ab!
- abgetreten
- abtretend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor abtreten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afstaan | Ablieferung; Liefern; Lieferung | |
afzitten | Absitzen | |
overgeven | Abgeben; Erbrechen; Kotzen; sich Übergeben | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afslijten door erop te zitten | abtreten | |
afstaan | abgeben; abstehen; abtreten; übergeben; überlassen | |
afzitten | abtreten | |
op de achtergrond treden | abtreten; zurücktreten | |
overgeven | abgeben; abstehen; abtreten; übergeben; überlassen | aufgeben; aushändigen; ausliefern; darreichen; erbrechen; ergeben; herauswürgen; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; kaitulieren; kotzen; reichen; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; übergeben; überliefern |
terugtreden | abtreten; zurücktreten |
Synoniemen voor "abtreten":
Wiktionary: abtreten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abtreten | → uit de weg gaan; aftreden; opgeven | ↔ cede — give up |
• abtreten | → loslaten; vrijlaten | ↔ relinquish — to let go, physicially release |
• abtreten | → opgeven; loslaten | ↔ relinquish — to accept to give up, withdraw etc. |
• abtreten | → afstand doen van; opgeven; uitvallen; in de steek laten; laten varen; verlaten; toegeven; afstaan; wijken | ↔ abandonner — Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à. |
• abtreten | → zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van | ↔ abdiquer — renoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions. |
• abtreten | → toegeven; afstaan; wijken | ↔ céder — Laisser, abandonner une chose à quelqu’un. |
• abtreten | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
Abtreten:
-
Abtreten (Ausscheiden)
-
Abtreten (Verschwinden)
-
Abtreten (Kündigung; Absage)
-
Abtreten (Anfordern; Abtrennen; Abheben)
Vertaal Matrix voor Abtreten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftreden | Abtreten; Ausscheiden | |
aftreding | Absage; Abtreten; Kündigung | |
opvragen | Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern | |
opvraging | Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern | |
verdwijnen | Abtreten; Verschwinden | |
verdwijning | Abtreten; Verschwinden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftreden | aus dem amt treten | |
opvragen | anfordern; anfragen; beantragen; einfordern; fordern | |
verdwijnen | abfahren; abreisen; fortfahren; fortreisen; verschwinden; wegfahren; wegreisen |
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor abtreten (Nederlands) in het Duits
abtreten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Computer vertaling door derden: