Duits

Uitgebreide vertaling voor Vorstellung (Duits) in het Nederlands

Vorstellung:

Vorstellung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Vorstellung (Show; Veranstaltung)
    de voorstelling; de happening; de show; de performance
  2. die Vorstellung (Gedanke; Idee; Gedächtnis; Denkweise)
    de idee; de gedachte; mentale voorstelling; de denkbeeld
  3. die Vorstellung (Aufführung; Vorführung; Darstellung; )
    de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
    • opvoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vertoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • staatsie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • show [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • parade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. die Vorstellung (Anschauungsweise; Sicht; Auffassung; )
    de visie; de opvatting; de zienswijze; de kijk; de mening; het oordeel; de denkbeeld; de opinie
    • visie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opvatting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zienswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • oordeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • denkbeeld [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opinie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. die Vorstellung (Auffassung; Idee; Ansicht; )
    mentale voorstelling; het begrip; het benul
  6. die Vorstellung (Vision)
    de visie; de beschouwing; het inzicht
    • visie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beschouwing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • inzicht [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Vorstellung (Phantasie; Gedankenwelt; Einbildung; Illusion)
    de fantasie; de verbeelding
  8. die Vorstellung (Erkenntnis; Bewußtsein; Verstand; )
    het bewustzijn; het besef; de notie; het benul
    • bewustzijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • besef [het ~] zelfstandig naamwoord
    • notie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • benul [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. die Vorstellung (Komödie; Lustspiel; Auftritt; )
    de komedie
    • komedie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. die Vorstellung (Meinung; Standpunkt; Überzeugung; )
    de mening; de opinie; de overtuiging
    • mening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opinie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • overtuiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  11. die Vorstellung (Begriff; Verstand; Erkenntnis; )
    de conceptie; het begrip; de denkbeeld; de notie
    • conceptie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • begrip [het ~] zelfstandig naamwoord
    • denkbeeld [de ~] zelfstandig naamwoord
    • notie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vorstellung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begrip Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Eingebung; Einsicht; Erkenntnis; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Intellekt; Meinung; Standpunkt; Vernunft; Verstand; Vorstellung
benul Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Bewußtsein; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Gedanke; Idee; Meinung; Standpunkt; Verstand; Vorstellung
beschouwing Vision; Vorstellung Beobachtung; Observation
besef Begriff; Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Verstand; Vorstellung
bewustzijn Begriff; Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Verstand; Vorstellung Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Verstand
conceptie Ansicht; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Eingebung; Einsicht; Erkenntnis; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Intellekt; Meinung; Vernunft; Verstand; Vorstellung
denkbeeld Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Gesichtspunkt; Idee; Intellekt; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vernunft; Verstand; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise; Einfall; Eingebung; Gedanke; Idee
fantasie Einbildung; Gedankenwelt; Illusion; Phantasie; Vorstellung
gedachte Denkweise; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Vorstellung Einfall; Eingebung; Gedanke; Idee
happening Show; Veranstaltung; Vorstellung
idee Denkweise; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise; Einfall; Eingebung; Einsicht; Gedanke; Idee
inzicht Vision; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Bewußtsein; Denkweise; Durchsicht; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Erleuchtung; Gedanke; Hindurchsicht; Scharfsichtigkeit; Schärfe; Verstand; Verstehen; Verständnis
kijk Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung Ansicht; Ausblick; Aussicht; Blick; Fernsicht; Sicht
komedie Aufführung; Auftritt; Bühne; Bühnenstück; Drama; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Theater; Theaterstück; Vorstellung
mening Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Entscheidung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Glaube; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise
mentale voorstelling Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einsicht; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Meinung; Standpunkt; Vorstellung
notie Ansicht; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Eingebung; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Idee; Intellekt; Meinung; Vernunft; Verstand; Vorstellung
oordeel Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise; Meinung; Meinungsäußerung
opinie Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Entscheidung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Glaube; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise
opvatting Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise
opvoering Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
overtuiging Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Anschauung; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Gesinnung; Glaube; Standpunkt; Überzeugung
parade Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Defilee; Parade
performance Show; Veranstaltung; Vorstellung
show Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Show; Spiel; Theater; Theaterstück; Veranstaltung; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
staatsie Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Festumzug; Pracht; Prozession
verbeelding Einbildung; Gedankenwelt; Illusion; Phantasie; Vorstellung
vertoning Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
visie Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vision; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise
voorstelling Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Show; Spiel; Theater; Theaterstück; Veranstaltung; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
zienswijze Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise

Synoniemen voor "Vorstellung":


Wiktionary: Vorstellung

Vorstellung
noun
  1. het presenteren van iets
  2. zich iets visueel voorstellen, ergens in het hoofd een beeld van maken

Cross Translation:
FromToVia
Vorstellung verbeelding imagination — a mental image
Vorstellung presentatie; voorstelling; voordracht presentation — presenting to an audience
Vorstellung begrip; benul; denkbeeld; voorstelling; idee; notie idée — Façon de faire, plus ou moins originale, qu’un individu ou un groupe d’individus imagine dans le domaine de la connaissance, de l’action ou de la création artistique.
Vorstellung verbeelding imagination — Faculté d’imaginer, de se représenter quelque chose dans l’esprit. (Sens général).
Vorstellung aanbieding; bod; aanbod; voorslag; voorstel; presentatie; uitvoering; voorstelling; optreden; offerte offreaction d’offrir.
Vorstellung vertegenwoordiging; voorstelling représentation — action de représenter (sens général)