Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Streitgespräch

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Streitgespräch

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Streitgespräch:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Streitgespräch (Duits) in het Nederlands

Streitgespräch:

Streitgespräch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Streitgespräch (Meinungsverschiedenheit; Differenz; Erörterung; Auseinandersetzung; Wortwechsel)
    het meningsverschil; het dispuut; de onenigheid; de woordenwisseling
  2. Streitgespräch (Wortstreit)
    het dispuut; de debat; de woordenwisseling; het geschil; redestrijd; de ruzie; het twistgesprek; de woordenstrijd; de twist; de redetwist
  3. Streitgespräch (Diskussion; Gespräch; Auseinandersetzung; Aussprache; Debatte)
    de discussie; het gesprek
    • discussie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gesprek [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. Streitgespräch (Uneinigkeit; Differenz; Zank; )
    de onenigheid; het geschil; de twist
    • onenigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. Streitgespräch (Auseinandersetzung; Differenz; Diskussion; Meinungsverschiedenheit)
    verenigingsdispuut; het dispuut
  6. Streitgespräch (Streitigkeit; Streit; Konflikt; )
    de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. Streitgespräch (Streit; Konflikt; Krach; )
    het conflict; de onenigheid; de ruzie; de botsing; de twist
    • conflict [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onenigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • botsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Streitgespräch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
botsing Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Kollision; Stoß; Zusammenstoß
conflict Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Konflikt; Uneinigkeit; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
debat Streitgespräch; Wortstreit Aussprache; Debatte; Diskussion; Erörterung
discussie Auseinandersetzung; Aussprache; Debatte; Diskussion; Gespräch; Streitgespräch Aussprache; Debatte; Diskussion; Erörterung
dispuut Auseinandersetzung; Differenz; Diskussion; Erörterung; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Wortstreit; Wortwechsel
geschil Auseinandersetzung; Differenz; Konflikt; Meinungsverschiedenheit; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zwietracht
gesprek Auseinandersetzung; Aussprache; Debatte; Diskussion; Gespräch; Streitgespräch Aussprache; Dialog; Geplauder; Gespräch; Konversation; Talk; Unerhaltung; Unterhaltung; Unterhaltungen; Unterredung
kwestie Auseinandersetzung; Differenz; Konflikt; Meinungsverschiedenheit; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zwietracht Affäre; Angelegenheit; Aufgabe; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage; Vorfall; Vorgang; Zwischenfall
meningsverschil Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Wortwechsel
onenigheid Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Differenz; Diskussion; Erörterung; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Differenz; Streit; Streitigkeit; Uneinigkeit; Unfriede; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
redestrijd Streitgespräch; Wortstreit
redetwist Streitgespräch; Wortstreit
ruzie Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Differenz; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht
twist Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Differenz; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Schlinge; Uneinigkeit; Verdrehung; Verschlingung; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
twistgesprek Streitgespräch; Wortstreit
verenigingsdispuut Auseinandersetzung; Differenz; Diskussion; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch
woordenstrijd Streitgespräch; Wortstreit
woordenwisseling Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Wortstreit; Wortwechsel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
botsing Anprall

Synoniemen voor "Streitgespräch":


Wiktionary: Streitgespräch

Cross Translation:
FromToVia
• Streitgespräch → ruzie; betoog ↔ argument — verbal dispute; a quarrel







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0394 seconde
Page rendered in 1.0 seconds