Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stellung (Duits) in het Nederlands

Stellung:

Stellung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stellung (Dienstverhältnis; Arbeitsverhältnis; Dienststelle)
    de positie; de functie; de baan; de dienstbetrekking; de job
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstbetrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • job [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Stellung (Funktion)
    de functie; de betrekking; het ambt
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ambt [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Stellung (Wirkungskreis; Arbeitsplatz; Stelle; )
    de baan; het werk; de werkplek; de werkkring
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • werk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • werkplek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • werkkring [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Stellung (Doktorentitel; Grad; Niveau; Gradation; Rang)
    de graad
    • graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. die Stellung (Niveau; Grad; Gradation; Rang)
    het niveau; het peil; de graad
    • niveau [het ~] zelfstandig naamwoord
    • peil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stellung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambt Funktion; Stellung Beruf; Job
baan Arbeit; Arbeitsplatz; Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Funktion; Position; Stelle; Stellung; Wirkungskreis Bahn; Bahngleis; Chaussee; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Gleis; Piste; Schienenweg; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Teilstrecke; Weg
betrekking Funktion; Stellung
dienstbetrekking Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung
functie Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Funktion; Stellung Aufgabengebiet; Funktion; Rolle
graad Doktorentitel; Grad; Gradation; Niveau; Rang; Stellung Grad; Gradation; Maß; Rang; Skala; Thermometergrad; Titel; Wissenschaftlicher Grad; Wärmegrad
job Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung Arbeit; Beschäftigung; Tätigkeit
niveau Grad; Gradation; Niveau; Rang; Stellung Abriß; Dimensionsebene; Ebene; Ehre; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Name; Niveau; Plan; Projekt; Ruf; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
peil Grad; Gradation; Niveau; Rang; Stellung Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
positie Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Lage; Position; Stand; Standort; Stellungnahme; Verfassung; Zustand
werk Arbeit; Arbeitsplatz; Funktion; Position; Stelle; Stellung; Wirkungskreis Arbeit; Beruf; Beschäftigung; Fach; Gebilde; Gesamtwerk; Kreation; Kunstobjekt; Kunstwerk; Lohnarbeit; Meisterwerk; Schöpfung; Tätigkeit; Werk
werkkring Arbeit; Arbeitsplatz; Funktion; Position; Stelle; Stellung; Wirkungskreis
werkplek Arbeit; Arbeitsplatz; Funktion; Position; Stelle; Stellung; Wirkungskreis Arbeitsbereich; Arbeitsplatz; Arbeitsstätte; Werkstatt; Werkstätte

Synoniemen voor "Stellung":


Wiktionary: Stellung

Stellung
noun
  1. Schach: Gesamteigenschaften einer konkreten Spielsituation
  2. syntaktische Position (Stellung im Satz)
  3. Position beim Geschlechtsverkehr
  4. Ansicht, Auffassung, Meinung
  5. Militär: Graben, Posten, Unterstand zum Schutz von Material, Soldaten und Waffen
  6. berufliche Position
  7. gesellschaftliche Position
Stellung
noun
  1. een bezigheid waaruit men inkomsten haalt
  2. een bewering die men als waarheid aangenomen wil zien worden

Cross Translation:
FromToVia
Stellung positie position — place, location
Stellung aanstelling; positie; houding; stand positionsituation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.