Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rauch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rauch (Duits) in het Nederlands

Rauch:

Rauch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rauch (Qualm; Dampf; Nebel)
    de damp; de walm
    • damp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • walm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de rook
    – grijswitte wolkjes die opstijgen als iets brandt 1
    • rook [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • er kwam rook uit het brandende huis1

Vertaal Matrix voor Rauch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damp Dampf; Nebel; Qualm; Rauch
rook Dampf; Nebel; Qualm; Rauch
walm Dampf; Nebel; Qualm; Rauch

Synoniemen voor "Rauch":


Wiktionary: Rauch

Rauch
noun
  1. durch Verbrennung entstehende Gase, Dämpfe und Partikel (als Schwebeteilchen in der Luft)

Cross Translation:
FromToVia
Rauch rook; walm smoke — visible particles and vapour given off by burning material
Rauch rook; walm; damp fuméenuée de particules en suspension dans l’air former une masse gazeuse opaque, qui sortir des choses brûler, ou extrêmement échauffer par le feu.

Verwante vertalingen van Rauch