Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Donner

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Donner

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Donner:
- donder; donderen
Wiktionary:
- Donner → donder
- Donner → donder

Duits

Uitgebreide vertaling voor Donner (Duits) in het Nederlands

Donner:

Donner [der ~] zelfstandig naamwoord

der Donner (Donnern)
de donder
- donder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Donner (Donnern; Gepolter)
donderen
- donderen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Donner:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
donder	Donner; Donnern
donderen	Donner; Donnern; Gepolter
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
donderen		blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; keifen; knallen; schelten; schimpfen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern

Synoniemen voor "Donner":

Brausen; Dröhnen

Wiktionary: Donner

Donner

noun

ein krachendes, mahlendes, grollendes oder rollendes Geräusch, das von einem Blitz während eines Gewitters erzeugt wird
- Donner → donder

Donner

noun

een zeer luid geluid bij onweer
- donder → Donner

Cross Translation:

From	To	Via
• Donner	→ donder	↔ thunder — sound caused by a lightning
• Donner	→ donder	↔ tonnerre — météorologie\|fr bruit de la foudre.