Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- greifbar:
-
Wiktionary:
- greifbar → stoffelijk
- greifbar → tastbaar, actief, bedrijvend, werkdadig, werkend, werkzaam, bedrijvig, effectief, werkelijk, daadwerkelijk
Duits
Uitgebreide vertaling voor greifbar (Duits) in het Nederlands
greifbar:
-
greifbar (konkret; deudlich; handgreiflich)
concreet; stoffelijk; duidelijk; tastbaar; konkreet; aanraakbaar; voelbaar; grijpbaar-
concreet bijvoeglijk naamwoord
-
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
tastbaar bijvoeglijk naamwoord
-
konkreet bijvoeglijk naamwoord
-
aanraakbaar bijvoeglijk naamwoord
-
voelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
grijpbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor greifbar:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
concreet | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | |
duidelijk | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | anschaulich; aufschlußreich; begreiflich; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; faßlich; ganz offensichtlich; geradlinig; glashell; gläsern; kerzengerade; klar; klar wie Klosbrühe; offensichtlich; schnurgerade; sicher; sichtbar; sonnenklar; unverkennbar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; übersichtlich |
grijpbaar | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | |
stoffelijk | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | materiell; stofflich |
tastbaar | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | bemerkbar; erkennbar; wahrnehmbar |
voelbaar | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | bemerkbar; erkennbar; wahrnehmbar |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanraakbaar | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret | |
konkreet | deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret |
Synoniemen voor "greifbar":
Wiktionary: greifbar
greifbar
Cross Translation:
adjective
-
tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• greifbar | → tastbaar | ↔ palpable — capable of being touched |
• greifbar | → tastbaar | ↔ tangible — touchable; able to be touched or felt; perceptible by the sense of touch; palpable |
• greifbar | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |