Duits

Uitgebreide vertaling voor greifbar (Duits) in het Nederlands

greifbar:

greifbar bijvoeglijk naamwoord

  1. greifbar (konkret; deudlich; handgreiflich)
    concreet; stoffelijk; duidelijk; tastbaar; konkreet; aanraakbaar; voelbaar; grijpbaar

Vertaal Matrix voor greifbar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concreet deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret
duidelijk deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret anschaulich; aufschlußreich; begreiflich; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; faßlich; ganz offensichtlich; geradlinig; glashell; gläsern; kerzengerade; klar; klar wie Klosbrühe; offensichtlich; schnurgerade; sicher; sichtbar; sonnenklar; unverkennbar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; übersichtlich
grijpbaar deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret
stoffelijk deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret materiell; stofflich
tastbaar deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret bemerkbar; erkennbar; wahrnehmbar
voelbaar deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret bemerkbar; erkennbar; wahrnehmbar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanraakbaar deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret
konkreet deudlich; greifbar; handgreiflich; konkret

Synoniemen voor "greifbar":


Wiktionary: greifbar

greifbar
adjective
  1. tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel

Cross Translation:
FromToVia
greifbar tastbaar palpable — capable of being touched
greifbar tastbaar tangible — touchable; able to be touched or felt; perceptible by the sense of touch; palpable
greifbar actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.