Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- ermüden:
-
Wiktionary:
- ermüden → verzwakken, ergeren, tegenstaan, vermoeien, vervelen, ontkrachten
Duits
Uitgebreide vertaling voor ermüden (Duits) in het Nederlands
ermüden:
-
ermüden (erschöpfen; fertigmachen; ermatten; entkräften; auspumpen)
-
ermüden
vermoeid raken-
vermoeid raken werkwoord (raak vermoeid, raakt vermoeid, raakte vermoeid, raakten vermoeid, vermoeid geraakt)
-
-
ermüden (erschöpfen; ermatten)
-
ermüden (verflauen; erschlaffen; verblassen; nachlassen; erbleichen; abschwächen; ermatten; abflauen; erblassen; verschießen)
-
ermüden (ermatten; schwach werden; schwächer werden; erlahmen; erschlaffen)
verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden-
zwakker worden werkwoord
-
aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
-
zwak worden werkwoord
Conjugations for ermüden:
Präsens
- ermüde
- ermüdest
- ermüdet
- ermüden
- ermüdet
- ermüden
Imperfekt
- ermüdete
- ermüdetest
- ermüdete
- ermüdeten
- ermüdetet
- ermüdeten
Perfekt
- bin ermüdet
- bist ermüdet
- ist ermüdet
- sind ermüdet
- seid ermüdet
- sind ermüdet
1. Konjunktiv [1]
- ermüde
- ermüdest
- ermüde
- ermüden
- ermüdet
- ermüden
2. Konjunktiv
- ermüdete
- ermüdetest
- ermüdete
- ermüdeten
- ermüdetet
- ermüdeten
Futur 1
- werde ermüden
- wirst ermüden
- wird ermüden
- werden ermüden
- werdet ermüden
- werden ermüden
1. Konjunktiv [2]
- würde ermüden
- würdest ermüden
- würde ermüden
- würden ermüden
- würdet ermüden
- würden ermüden
Diverses
- ermüd!
- ermüdet!
- ermüden Sie!
- ermüdet
- ermüdend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor ermüden:
Synoniemen voor "ermüden":
Wiktionary: ermüden
Computer vertaling door derden: