Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ausrotten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausrotten (Duits) in het Nederlands

ausrotten:

ausrotten werkwoord (rotte aus, rottest aus, rottet aus, rottete aus, rottetet aus, ausgerottet)

  1. ausrotten (auslöschen; erledigen; ausradieren; vertilgen; entvölkern)
    wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
    • wissen werkwoord (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
    • uitwissen werkwoord (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
    • wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • uitvegen werkwoord (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
    • vlakken werkwoord (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
    • uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
    • uitvlakken werkwoord (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)
  2. ausrotten (ausmerzen; vertilgen)
    uitroeien; verdelgen
    • uitroeien werkwoord (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)
    • verdelgen werkwoord (verdelg, verdelgt, verdelgde, verdelgden, verdelgd)
  3. ausrotten (eliminieren; ausradieren)
    uitroeien; wegvagen
    • uitroeien werkwoord (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)
    • wegvagen werkwoord (vaag weg, vaagt weg, vaagde weg, vaagden weg, weggevaagd)

Conjugations for ausrotten:

Präsens
  1. rotte aus
  2. rottest aus
  3. rottet aus
  4. rotten aus
  5. rottet aus
  6. rotten aus
Imperfekt
  1. rottete aus
  2. rottetest aus
  3. rottete aus
  4. rotteten aus
  5. rottetet aus
  6. rotteten aus
Perfekt
  1. habe ausgerottet
  2. hast ausgerottet
  3. hat ausgerottet
  4. haben ausgerottet
  5. habt ausgerottet
  6. haben ausgerottet
1. Konjunktiv [1]
  1. rotte aus
  2. rottest aus
  3. rotte aus
  4. rotten aus
  5. rottet aus
  6. rotten aus
2. Konjunktiv
  1. rottete aus
  2. rottetest aus
  3. rottete aus
  4. rotteten aus
  5. rottetet aus
  6. rotteten aus
Futur 1
  1. werde ausrotten
  2. wirst ausrotten
  3. wird ausrotten
  4. werden ausrotten
  5. werdet ausrotten
  6. werden ausrotten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ausrotten
  2. würdest ausrotten
  3. würde ausrotten
  4. würden ausrotten
  5. würdet ausrotten
  6. würden ausrotten
Diverses
  1. rott aus!
  2. rottet aus!
  3. rotten Sie aus!
  4. ausgerottet
  5. ausrottend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ausrotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitgommen auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen
uitroeien ausmerzen; ausradieren; ausrotten; eliminieren; vertilgen liquidieren
uitvegen auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen
uitvlakken auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen
uitwissen auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen
verdelgen ausmerzen; ausrotten; vertilgen
vlakken auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen
wegvagen ausradieren; ausrotten; eliminieren
wegvegen auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen abwischen; fortwischen; wegwischen
wissen auslöschen; ausradieren; ausrotten; entvölkern; erledigen; vertilgen

Synoniemen voor "ausrotten":


Wiktionary: ausrotten

ausrotten
verb
  1. (transitiv) übertragen: (Verhaltensweisen, Angewohnheiten) mit Engagement zum Verschwinden bringen
  2. (transitiv) (eine Tier- oder Pflanzenart) vollständig vernichten oder beseitigen, so dass sie nicht mehr natürlich vorkommt; alle Vertreter einer Art vernichten

Cross Translation:
FromToVia
ausrotten verdelgen; uitroeien exterminate — to kill all of a population
ausrotten uitroeien; verdelgen exterminerdétruire jusqu’à l’anéantissement.