Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
abteilen:
-
Wiktionary:
abteilen → afzonderen, scheiden, afscheiden, schiften, sorteren, selecteren -
Synoniemen voor "abteilen":
abgrenzen; aufteilen; demarkieren; eine Trennungslinie ziehen; eingrenzen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor abteilen (Duits) in het Nederlands
abteilen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Abt: abt
- eilen: haasten; stressen; jachten; tot spoed aanzetten; vliegen; opschieten; jagen; ijlen; zich haasten; reppen; jakkeren; zich spoeden; snellen; spoeden; overhaasten; voortmaken; haast maken; aanpoten; tempo maken; rennen; hardlopen; opjagen; tempomaken
- Abtei: abdij
- ölen: smeren; invetten; oliën; inoliën; vertrekken; verwijderen; weggaan; opstappen; wegtrekken; afreizen; wegreizen; doorsmeren; zalven
abteilen:
Synoniemen voor "abteilen":
Wiktionary: abteilen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abteilen | → afzonderen; scheiden; afscheiden; schiften | ↔ séparer — désunir des parties d’un même tout qui étaient joindre. |
• abteilen | → sorteren; selecteren; afzonderen; scheiden; afscheiden; schiften | ↔ trier — séparer ce que l'on souhaite garder et ce que l'on souhaite jeter. |