Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sud:
  2. Süd:
  3. süd:
  4. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Süd (Duits) in het Nederlands

Sud:

Sud [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sud (Extrakt; Aufgüß)
    het aftreksel; het afkooksel

Vertaal Matrix voor Sud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkooksel Aufgüß; Extrakt; Sud
aftreksel Aufgüß; Extrakt; Sud

Süd:

Süd [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Süd (Süden)
    zuid
    • zuid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Süd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuid Süd; Süden

Wiktionary: Süd

Süd

süd:

süd bijvoeglijk naamwoord

  1. süd (südlich)
    zuidelijk

Vertaal Matrix voor süd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuidelijk süd; südlich

Wiktionary: süd


Cross Translation:
FromToVia
süd zuid; zuidelijk south — of or pertaining to the south

Verwante vertalingen van Süd