Duits
Uitgebreide vertaling voor Raubgut (Duits) in het Nederlands
Raubgut: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Raub: roof; beroving
- gut: goed; precies; juist; correct; geweldig; uitstekend; fantastisch; schitterend; groots; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend; prima; kiplekker; tof; gaaf; mieters
- Gut: terrein; vastgoed; hof; erf; grondgebied; territorium; onroerende zaken; onroerende goederen; heem; vrachtgoed; boerenerf
Raubgut:
Synoniemen voor "Raubgut":
Wiktionary: Raubgut
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Raubgut | → buit; plunderbuit | ↔ plunder — loot attained by plundering |