Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Mündung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mündung (Duits) in het Nederlands

Mündung:

Mündung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Mündung (Zufluß)
    de monding
    • monding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Mündung
    het zeegat
    • zeegat [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mündung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monding Mündung; Zufluß
zeegat Mündung

Synoniemen voor "Mündung":

  • Einmündung; Flussdelta; Flussmündung

Wiktionary: Mündung

Mündung
noun
  1. plaats waar een rivier uitkomt in zee of meer
  2. uiteinde van een rivier of zeearm dat toegang biedt tot de open zee

Cross Translation:
FromToVia
Mündung muide; riviermond; monding mouth — the end of a river out of which water flows
Mündung bek; snater bouche — anatomie|fr ouverture à travers laquelle un humain ou un animal fait entrer sa nourriture.
Mündung samenvloeiing confluence — Point où un cours d’eau se jette dans un autre
Mündung samenvloeiing confluent — géographie|fr lieuconfluer deux, parfois plus, cours d’eau.

Computer vertaling door derden: