Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: untätig

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: untätig

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

untätig:
- lui; niets doend; passief; lijdelijk; onbewoond
Wiktionary:
- untätig → werkeloos, inactief
- untätig → nietsdoend, traag

Duits

Uitgebreide vertaling voor untätig (Duits) in het Nederlands

untätig:

untätig bijvoeglijk naamwoord

untätig (nichts tund; faul; arbeitsscheu; arbeitslos)
lui; niets doend
- lui bijvoeglijk naamwoord
- niets doend bijvoeglijk naamwoord
untätig (passiv)
passief; lijdelijk
- passief bijvoeglijk naamwoord
- lijdelijk bijvoeglijk naamwoord
untätig (unbewohnt; unbesetzt; ledig; leer; offen; frei; wüst; freigegeben; unbebaut)
onbewoond
- onbewoond bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor untätig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lui		Leute
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lijdelijk	passiv; untätig	passiv; sich fügend
lui	arbeitslos; arbeitsscheu; faul; nichts tund; untätig	arbeitsscheu
onbewoond	frei; freigegeben; ledig; leer; offen; unbebaut; unbesetzt; unbewohnt; untätig; wüst
passief	passiv; untätig	passiv
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
niets doend	arbeitslos; arbeitsscheu; faul; nichts tund; untätig

Synoniemen voor "untätig":

bequem; faul; müßig; passiv; phlegmatisch; pomadig; tatenlos; träge
brachliegend; inaktiv; unbeschäftigt
Ruhe...

Wiktionary: untätig

untätig

adjective

abwertend: nichts tuend, faul
- untätig → werkeloos; inactief

untätig

adjective

niets doend, niets verrichtend, niet werkend
- werkeloos → untätig

Cross Translation:

From	To	Via
• untätig	→ nietsdoend	↔ idle — not engaged in any occupation or employment
• untätig	→ traag	↔ oisif — Qui ne faire rien, qui n’a pas d’occupation, de profession.

Computer vertaling door derden: