Duits

Uitgebreide vertaling voor schelmisch (Duits) in het Nederlands

schelmisch:

schelmisch bijvoeglijk naamwoord

  1. schelmisch (verschmitzt; schalkhaft; spaßhaft; komisch)
    ondeugend; kwajongensachtig; snaaks; guitig; schalks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig
  2. schelmisch (spaßig; komisch; amüsant; )
    grappig; koddig; leuk; lollig; geinig; lachwekkend; komiek; komisch; geestig
  3. schelmisch (schuftig; schurkisch)
    ploerterig; smiechterig
  4. schelmisch (schalkhaft; witzig; komisch; )
    olijk; guitig
    • olijk bijvoeglijk naamwoord
    • guitig bijvoeglijk naamwoord
  5. schelmisch (schuftig; schlimm; öffentlich; )
    ploertig

Vertaal Matrix voor schelmisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komiek Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geestig amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig ausgelassen; begeistert; fröhlich; heiter; lustig; munter
geinig amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig
grappig amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig amüsant; ausgelassen; drollig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; schalkhaft; spasshaft; spaßig; ulkig; witzig
guitig drollig; humoristisch; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt; witzig
koddig amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig amüsant; ausgelassen; drollig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; schalkhaft; spasshaft; spaßig; ulkig; witzig
komiek amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig amüsant; ausgelassen; drollig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; schalkhaft; spasshaft; spaßig; ulkig; witzig
komisch amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig amüsant; ausgelassen; drollig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; schalkhaft; spasshaft; spaßig; ulkig; witzig
kwajongensachtig komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
lachwekkend amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig absurd; lachhaft; lächerlich; ridikul
leuk amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig amüsant; angenehm; attraktiv; ausgelassen; behaglich; drollig; entzückend; erfreulich; ergötzlich; fabelhaft; fein; freundlich; freundschaftlich; gemütlich; geschmackvoll; gesellig; gutaussehend; heiter; herrlich; herzlich; humoristisch; humorvoll; hübsch; komisch; lieb; liebenswürdig; lustig; nett; prima; reizend; schalkhaft; schön; spasshaft; spaßig; sympathisch; süß; toll; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig; wohltuend
lollig amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig
olijk drollig; humoristisch; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; witzig
ondeugend komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
ploerterig schelmisch; schuftig; schurkisch
ploertig gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich
schalkachtig komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
schalks komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
schelmachtig komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
schelms komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
snaaks komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
spotachtig komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bengelachtig komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
smiechterig schelmisch; schuftig; schurkisch

Synoniemen voor "schelmisch":


Wiktionary: schelmisch


Cross Translation:
FromToVia
schelmisch kwaad; stout; ondeugend malicieux — Qui a de la malice, qui porter à nuire, à mal faire.

Computer vertaling door derden: