Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gleichlaufend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gleichlaufend (Duits) in het Nederlands

gleichlaufend:

gleichlaufend bijvoeglijk naamwoord

  1. gleichlaufend (parallel; synchron)
    parallel; gelijklopend; evenwijdig
  2. gleichlaufend (gleichzeitig; synchron)
    synchroon; gelijktijdig

Vertaal Matrix voor gleichlaufend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parallel Paralelle
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
evenwijdig gleichlaufend; parallel; synchron
gelijktijdig gleichlaufend; gleichzeitig; synchron gleichzeitig; simultan; zu gleicher Zeit; zugleich
parallel gleichlaufend; parallel; synchron
synchroon gleichlaufend; gleichzeitig; synchron synchron
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijklopend gleichlaufend; parallel; synchron

Synoniemen voor "gleichlaufend":


Wiktionary: gleichlaufend


Cross Translation:
FromToVia
gleichlaufend evenwijdig; parallel parallèle — À égale distance pour tout point