Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- behandeln:
-
Wiktionary:
- behandeln → behandelen, bejegenen, bewerken
- behandeln → behandelen, te maken hebben met, regelen, genezen, helen, cureren, beter worden, behartigen, verzorgen, verplegen, zorgen, onderhandelen, bewerken
Duits
Uitgebreide vertaling voor behandeln (Duits) in het Nederlands
behandeln:
Conjugations for behandeln:
Präsens
- behandele
- behandelst
- behandelt
- behandelen
- behandelt
- behandelen
Imperfekt
- behandelte
- behandeltest
- behandelte
- behandelten
- behandeltet
- behandelten
Perfekt
- habe behandelt
- hast behandelt
- hat behandelt
- haben behandelt
- habt behandelt
- haben behandelt
1. Konjunktiv [1]
- behandele
- behandelest
- behandele
- behandelen
- behandelet
- behandelen
2. Konjunktiv
- behandelte
- behandeltest
- behandelte
- behandelten
- behandeltet
- behandelten
Futur 1
- werde behandeln
- wirst behandeln
- wird behandeln
- werden behandeln
- werdet behandeln
- werden behandeln
1. Konjunktiv [2]
- würde behandeln
- würdest behandeln
- würde behandeln
- würden behandeln
- würdet behandeln
- würden behandeln
Diverses
- behandel!
- behandelt!
- behandelen Sie!
- behandelt
- behandelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor behandeln:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
behandelen | behandeln; versorgen | abfertigen; abhandeln; einklarieren |
bejegenen | begegnen; behandeln | |
onder behandeling nemen | behandeln | |
verzorgen | behandeln; versorgen | Sorge tragen für jemanden; für etwas sorgen; pflegen; sorgen; verpflegen; versorgen |
Synoniemen voor "behandeln":
Wiktionary: behandeln
behandeln
Cross Translation:
verb
-
verwerken
-
bespreken, spreken of schrijven over
-
iemand op een bepaalde wijze behandelen
-
veranderen om iets voor een of ander doel geschikt te maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• behandeln | → behandelen | ↔ cover — mention |
• behandeln | → te maken hebben met | ↔ deal — be concerned with |
• behandeln | → regelen; behandelen | ↔ deal — handle, manage |
• behandeln | → behandelen | ↔ treat — to handle, deal with or behave towards in a specific way |
• behandeln | → genezen; helen; behandelen; cureren | ↔ guérir — délivrer d’un mal physique. |
• behandeln | → beter worden; genezen; helen; behandelen; cureren | ↔ guérir — Se délivrer d’un mal physique. |
• behandeln | → behartigen; verzorgen; behandelen; cureren; verplegen; zorgen | ↔ soigner — avoir soin de quelqu’un ou de quelque chose. |
• behandeln | → behandelen; onderhandelen; bewerken | ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens |