Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anwendbar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anwendbar (Duits) in het Nederlands

anwendbar:

anwendbar bijvoeglijk naamwoord

  1. anwendbar (brauchbar; nützlich; geeignet; )
    bruikbare

Vertaal Matrix voor anwendbar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruikbare anwendbar; brauchbar; einsetzbar; gebräuchlich; geeignet; geschickt; nützlich; tauglich; verwendbar

Wiktionary: anwendbar

anwendbar
adjective
  1. nuttig, eenvoudig in het gebruik
  2. dat wat er goed bij hoort of op van toepassing is

Cross Translation:
FromToVia
anwendbar toepasselijk applicable — suitable for application; relevant
anwendbar toepasbaar; toepasselijk; van toepassing applicable — Qui doit ou pouvoir appliquer.