Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
Teller:
-
Wiktionary:
teller → Zähler
teller → Tachometer, Tacho, Messgerät, Zähler
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Teller (Duits) in het Nederlands
Teller:
-
der Teller (Schild; Tafel; Wandtafel; Schultafel)
-
der Teller
Vertaal Matrix voor Teller:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bord | Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel | Anzeigebrett; Anzeigetafel; Reklameschild; Schultafel; Tafel; Wandtafel; Werbeschild |
borden | Teller | |
eetbord | Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel |
Wiktionary: Teller
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van Teller
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Teller (Nederlands) in het Duits
teller:
Vertaal Matrix voor teller:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | breuken; mens of meter |
Verwante woorden van "teller":
Wiktionary: teller
teller
Cross Translation:
noun
teller
-
het getal boven de streep van een breuk
- teller → Zähler
noun
-
Mathematik: im Bruch die Zahl über dem Bruchstrich
-
Person, die etwas zählt
-
Gerät, das etwas zählt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• teller | → Tachometer; Tacho | ↔ clock — odometer |
• teller | → Messgerät | ↔ meter — measuring instrument |
• teller | → Zähler | ↔ numerator — in a fraction |
Computer vertaling door derden: