Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Medikament:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Medikament (Duits) in het Nederlands

Medikament:

Medikament [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Medikament (Medizin; Arzneimittel; Arznei)
    de geneesmiddel; het medicament; de medicijn
  2. Medikament (Arznei; Medizin; Heilmittel; Arzneimittel)
    de geneesmiddel; de remedie; de medicijn; het medicament; artsenijmiddel; het middel
  3. Medikament
    de geneesmiddel

Vertaal Matrix voor Medikament:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artsenijmiddel Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
geneesmiddel Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
medicament Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
medicijn Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
middel Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin Taille
remedie Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin

Synoniemen voor "Medikament":


Wiktionary: Medikament

Medikament
noun
  1. Medizin, Pharmazie: ein Arzneimittel, das in bestimmter Dosierung zur Heilung, Vorbeugung oder Linderung einer Krankheit dient
Medikament
noun
  1. een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent

Cross Translation:
FromToVia
Medikament geneesmiddel; medicijn medicine — substance which promotes healing
Medikament remedie; medium; middel; weg; artsenij; geneesmiddel; medicijn remède — médecine|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.