Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Ergebnis

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Ergebnis

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ergebnis:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ergebnis (Duits) in het Nederlands

Ergebnis:

Ergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ergebnis (Resultat; Endergebnis; Ende)
    het resultaat; de uitkomst; de afloop
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Ergebnis (Auflösung; Antwort; Lösung)
    de oplossing; het antwoord; de uitkomst
    • oplossing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • antwoord [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. Ergebnis (Flechte; Ausschlag; Resultat; )
    de uitslag; de huiduitslag
  4. Ergebnis (Fahrradschloss; Fort; Ritterschloß; Burgschloß)
    het fietsslot; het slot
    • fietsslot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • slot [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Ergebnis (Hofhaltung; Gefolge; Folge; )
    het gevolg; de hofhouding
    • gevolg [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hofhouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. Ergebnis (Schlußbetrachtung; Konklusion; Schlußfolgerung; )
    de conclusie; de slotbeschouwing
  7. Ergebnis (Endergebnis; Konklusion; Resultat; )
    de conclusie; de gevolgtrekking; de slotsom; eindsom
  8. Ergebnis (letztes Stück; Schluß; Folgerung; Konklusion)
    laatste gedeelte
  9. Ergebnis (Rechenaufgabe)
    de rekensom; rekenopgave
  10. Ergebnis
    winsten

Vertaal Matrix voor Ergebnis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afloop Ende; Endergebnis; Ergebnis; Resultat Ablauf; Beschnittzugabe
antwoord Antwort; Auflösung; Ergebnis; Lösung Antwort; Beantwortung; Erwiderung; Gegenbeweis; Gegenrede; Gegenschrift; Replik; Widerlegung; Wiederwort
conclusie Endergebnis; Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
eindsom Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
fietsslot Burgschloß; Ergebnis; Fahrradschloss; Fort; Ritterschloß
gevolg Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß Ausführen; Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Folge; Folgerung; Hinkriegen; Konsequenz; Resultat; Schaffen; Wirkung
gevolgtrekking Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
hofhouding Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
huiduitslag Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Zielscheibe
laatste gedeelte Ergebnis; Folgerung; Konklusion; Schluß; letztes Stück
oplossing Antwort; Auflösung; Ergebnis; Lösung Lösung; in flüssigem aufgelöster Stoff
rekenopgave Ergebnis; Rechenaufgabe
rekensom Ergebnis; Rechenaufgabe
resultaat Ende; Endergebnis; Ergebnis; Resultat Ausschlag; Effekt; Folgerung; Resultat; Wirkung
slot Burgschloß; Ergebnis; Fahrradschloss; Fort; Ritterschloß Abschluß; Beendigung; Beendung; Burg; Burgschloß; Ende; Ritterschloß; Schloß; Türschloß; Verriegelung
slotbeschouwing Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
slotsom Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
uitkomst Antwort; Auflösung; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Lösung; Resultat Erlös; Ertrag
uitslag Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Zielscheibe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resultaat resultieren; zur Folge haben
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
winsten Ergebnis

Synoniemen voor "Ergebnis":


Wiktionary: Ergebnis

Ergebnis
noun
  1. das, was bei einem Vorgang herauskommt
Ergebnis
noun
  1. een uitkomst
  2. het aantal behaalde punten
  3. afloop, resultaat
Cross Translation:
FromToVia
• Ergebnis → conclusie; besluit ↔ conclusion — outcome
• Ergebnis → uitkomst ↔ outcome — result
• Ergebnis → resultaat; uitkomst ↔ result — that which results
• Ergebnis → succes; welslagen; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel; afloop; resultaat; uitkomst; consequentie; eindresultaat ↔ aboutissement — Action d’aboutir.
• Ergebnis → arbeid; emplooi; werk; karwei; prestatie ↔ ouvrage — Travail : Action de travailler, ce qui est produit par l’ouvrier ou résultat d’un travail (Sens général)
• Ergebnis → afloop; gevolg; resultaat; uitkomst; uitslag; uitvloeisel; voortvloeisel ↔ résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0867 seconde
Page rendered in 1.0 seconds