Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- überwachen:
-
Wiktionary:
- überwachen → toezicht houden, surveilleren, controleren, bekijken, zorgen voor, opletten, behoeden, beschermen, bewaken, bewaren, de wacht hebben, hoeden, waken over, besturen, de scepter zwaaien, heersen, regeren, aflezen, checken, nakijken, toezien, acht slaan op, letten op, oppassen, passen op
Duits
Uitgebreide vertaling voor überwachen (Duits) in het Nederlands
überwachen:
-
überwachen (bewachen; patrouillieren; beaufsichtigen; inspizieren)
toezicht houden; surveilleren; bewaken; toezien-
toezicht houden werkwoord (houd toezicht, houdt toezicht, hield toezicht, hielden toezicht, toezicht gehouden)
-
Conjugations for überwachen:
Präsens
- überwache
- überwachst
- überwacht
- überwachen
- überwacht
- überwachen
Imperfekt
- überwachte
- überwachtest
- überwachte
- überwachten
- überwachtet
- überwachten
Perfekt
- habe überwacht
- hast überwacht
- hat überwacht
- haben überwacht
- habt überwacht
- haben überwacht
1. Konjunktiv [1]
- überwache
- überwachest
- überwache
- überwachen
- überwachet
- überwachen
2. Konjunktiv
- überwachte
- überwachtest
- überwachte
- überwachten
- überwachtet
- überwachten
Futur 1
- werde überwachen
- wirst überwachen
- wird überwachen
- werden überwachen
- werdet überwachen
- werden überwachen
1. Konjunktiv [2]
- würde überwachen
- würdest überwachen
- würde überwachen
- würden überwachen
- würdet überwachen
- würden überwachen
Diverses
- überwach!
- überwacht!
- überwachen Sie!
- überwacht
- überwachend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor überwachen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| toezicht houden | Beaufsichtigen; die Aufsicht führen; Übersehen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bewaken | beaufsichtigen; bewachen; inspizieren; patrouillieren; überwachen | achtgeben; aufpassen; ausrüsten mit einer Alarmanlage; beaufsichtigen; bewachen; hüten |
| surveilleren | beaufsichtigen; bewachen; inspizieren; patrouillieren; überwachen | |
| toezicht houden | beaufsichtigen; bewachen; inspizieren; patrouillieren; überwachen | |
| toezien | beaufsichtigen; bewachen; inspizieren; patrouillieren; überwachen | achtgeben; anschauen; ansehen; ausmachen; begucken; beobachten; hinblicken; observieren; zusehen |
Synoniemen voor "überwachen":
Wiktionary: überwachen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • überwachen | → toezicht houden; surveilleren; controleren | ↔ monitor — watch over, guard |
| • überwachen | → bekijken | ↔ oversee — to inspect, examine |
| • überwachen | → zorgen voor; opletten | ↔ watch — to attend or guard |
| • überwachen | → behoeden; beschermen; bewaken; bewaren; de wacht hebben; hoeden; waken over | ↔ protéger — prendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui. |
| • überwachen | → toezicht houden; besturen; de scepter zwaaien; heersen; regeren; aflezen; checken; controleren; nakijken; surveilleren; toezien; acht slaan op; letten op; opletten; oppassen; passen op | ↔ surveiller — observer avec attention ; examiner ; contrôler. |
| • überwachen | → aflezen; checken; controleren; nakijken; surveilleren; toezien | ↔ vérifier — examiner, rechercher si une chose est vraie, si elle est telle qu’elle doit être ou qu’on l’déclarer. |