Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: riskieren

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: riskieren

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

riskieren:
- riskeren; wagen; durven; avonturen; avonturieren
Wiktionary:
- riskieren → riskeren, risqueren
- riskieren → riskeren, wagen, kans lopen, op het spel zetten, risico lopen, zich vermetelen, bestaan, durven

Duits

Uitgebreide vertaling voor riskieren (Duits) in het Nederlands

riskieren:

riskieren werkwoord (riskiere, riskierst, riskiert, riskierte, riskiertet, riskiert)

riskieren (sich getrauen; wagen; sich trauen; sich wagen)
riskeren; wagen; durven; avonturen
- riskeren werkwoord (riskeer, riskeert, riskeerde, riskeerden, geriskeerd)
- wagen werkwoord (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)
- durven werkwoord (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)
- avonturen werkwoord
riskieren (wagen; sich wagen; sich trauen)
avonturieren
- avonturieren werkwoord

Conjugations for riskieren:

Präsens

riskiere
riskierst
riskiert
riskieren
riskiert
riskieren

Imperfekt

riskierte
riskiertest
riskierte
riskierten
riskiertet
riskierten

Perfekt

habe riskiert
hast riskiert
hat riskiert
haben riskiert
habt riskiert
haben riskiert

1. Konjunktiv [1]

riskiere
riskierest
riskiere
riskieren
riskieret
riskieren

2. Konjunktiv

riskierte
riskiertest
riskierte
riskierten
riskiertet
riskierten

Futur 1

werde riskieren
wirst riskieren
wird riskieren
werden riskieren
werdet riskieren
werden riskieren

1. Konjunktiv [2]

würde riskieren
würdest riskieren
würde riskieren
würden riskieren
würdet riskieren
würden riskieren

Diverses

riskier!
riskiert!
riskieren Sie!
riskiert
riskierend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor riskieren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avonturen		Abenteuer; Geschick; Schicksale
durven		Mut haben; Wagen; sich Getrauen
wagen		Auto; Fahrzeug; Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Mut haben; Personenwagen; Pferdewagen; Vehikel; Wagen; Zugmaschine; sich Getrauen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avonturen	riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen
avonturieren	riskieren; sich trauen; sich wagen; wagen
durven	riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen
riskeren	riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen
wagen	riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen

Synoniemen voor "riskieren":

aufs Spiel setzen; gefährden
aus dem Fenster lehnen; wagen; auf schmalem Grat wandern; in tiefes Wasser gehen; mutig sein; Risiko auf sich nehmen; trauen

Wiktionary: riskieren

riskieren

verb

etwas wagen, sich etwas trauen
- riskieren → riskeren; risqueren

Cross Translation:

From	To	Via
• riskieren	→ riskeren; wagen	↔ dare — to brave or face up to
• riskieren	→ kans lopen; op het spel zetten; risico lopen; riskeren; wagen; zich vermetelen	↔ aventurer — hasarder, mettre à l’aventure.
• riskieren	→ kans lopen; op het spel zetten; risico lopen; riskeren; wagen; bestaan; durven; zich vermetelen	↔ oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.
• riskieren	→ kans lopen; op het spel zetten; risico lopen; riskeren; wagen	↔ risquer — hasarder, exposer à un danger possible, à une chance douteux.