Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- gegensätzlich:
-
Wiktionary:
- gegensätzlich → tegengesteld
- gegensätzlich → strijdig, tegengesteld, tegenliggend, tegenstaand, tegenstrijdig
Duits
Uitgebreide vertaling voor gegensätzlich (Duits) in het Nederlands
gegensätzlich:
-
gegensätzlich (widersprüchlich; entgegengesetzt; unvereinbar; unverträglich)
tegenstrijdig; tegengesteld; onverenigbaar; strijdig; hiertegen; tegen-
tegenstrijdig bijvoeglijk naamwoord
-
tegengesteld bijvoeglijk naamwoord
-
onverenigbaar bijvoeglijk naamwoord
-
strijdig bijvoeglijk naamwoord
-
hiertegen bijwoord
-
tegen bijvoeglijk naamwoord
-
-
gegensätzlich (wieder zurück; entgegengesetzt)
-
gegensätzlich
-
gegensätzlich
-
gegensätzlich (polar)
Vertaal Matrix voor gegensätzlich:
Synoniemen voor "gegensätzlich":
Wiktionary: gegensätzlich
gegensätzlich
Cross Translation:
adjective
-
de negatieve waarde van iets hebbend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gegensätzlich | → strijdig; tegengesteld; tegenliggend; tegenstaand; tegenstrijdig | ↔ contradictoire — Qui implique contradiction. |