Duits
Uitgebreide vertaling voor einst (Duits) in het Nederlands
einst:
-
einst (eines Tages)
eens; op een keer; een keer-
eens bijwoord
-
op een keer bijvoeglijk naamwoord
-
een keer bijvoeglijk naamwoord
-
-
einst (damals)
Vertaal Matrix voor einst:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
weleer | Einst | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eens | eines Tages; einst | |
weleer | damals; einst | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
een keer | eines Tages; einst | |
op een keer | eines Tages; einst |
Synoniemen voor "einst":
Wiktionary: einst
einst
adverb
-
op een zeker tijdstip in het verleden
- ooit → einmal; einst; irgendwann
Einst:
Vertaal Matrix voor Einst:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
weleer | Einst | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
weleer | damals; einst |