Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- versprechen:
- Versprechen:
-
Wiktionary:
- Versprechen → belofte
- Versprechen → belofte, toezegging, uitloving
- versprechen → beloven, toezeggen, verspreken
- versprechen → zich, verspreken, plechtig beloven, beloven, beveiligen, in veiligheid brengen, veilig stellen, vrijwaren, behoeden, beschermen, toezeggen, uitloven, verzeggen, nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, borg staan voor, garanderen, sponsoren, waarborgen, betuigen, verzekeren, assureren
Duits
Uitgebreide vertaling voor Versprechen (Duits) in het Nederlands
versprechen:
-
versprechen (zusagen)
-
versprechen (sich versprechen)
verspreken-
verspreken werkwoord
-
Conjugations for versprechen:
Präsens
- verspreche
- versprichst
- verspricht
- versprechen
- versprecht
- versprechen
Imperfekt
- versprach
- versprachst
- versprach
- versprachen
- verspracht
- versprachen
Perfekt
- habe versprochen
- hast versprochen
- hat versprochen
- haben versprochen
- habt versprochen
- haben versprochen
1. Konjunktiv [1]
- verspreche
- versprechest
- verspreche
- versprechen
- versprechet
- versprechen
2. Konjunktiv
- verspräche
- versprächest
- verspräche
- versprächen
- versprächet
- versprächen
Futur 1
- werde versprechen
- wirst versprechen
- wird versprechen
- werden versprechen
- werdet versprechen
- werden versprechen
1. Konjunktiv [2]
- würde versprechen
- würdest versprechen
- würde versprechen
- würden versprechen
- würdet versprechen
- würden versprechen
Diverses
- versprich!
- versprecht!
- versprechen Sie!
- versprochen
- versprechend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor versprechen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beloven | versprechen; zusagen | |
toezeggen | versprechen; zusagen | |
verspreken | sich versprechen; versprechen |
Synoniemen voor "versprechen":
Wiktionary: versprechen
versprechen
Cross Translation:
verb
-
toezeggen dat iets gedaan zal worden
-
beloven
-
een uitspraak doen die men niet zo bedoelde te maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• versprechen | → zich; verspreken | ↔ fluff — to make a mistake in one’s lines |
• versprechen | → plechtig beloven | ↔ pledge — to make a solemn promise |
• versprechen | → beloven | ↔ promise — to commit to something or action |
• versprechen | → beveiligen; in veiligheid brengen; veilig stellen; vrijwaren; behoeden; beschermen; beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen; nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken; borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen; betuigen; verzekeren; assureren | ↔ assurer — rendre stable. |
• versprechen | → beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen | ↔ promettre — S’engager verbalement ou par écrit à quelque chose. |
Versprechen:
-
Versprechen (Gelöbnis; Erfordernis; Gelübde; Gebot)
Vertaal Matrix voor Versprechen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belofte | Erfordernis; Gebot; Gelöbnis; Gelübde; Versprechen | |
gelofte | Erfordernis; Gebot; Gelöbnis; Gelübde; Versprechen | |
toezegging | Erfordernis; Gebot; Gelöbnis; Gelübde; Versprechen |
Synoniemen voor "Versprechen":
Wiktionary: Versprechen
Versprechen
Cross Translation:
noun
-
een ondelinge of schriftelijke verklaring waarin men iets belooft
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Versprechen | → belofte | ↔ promise — vow |
• Versprechen | → belofte; toezegging; uitloving | ↔ promesse — propre|fr action de promettre ; ou résultat de cette action. |