Duits
Uitgebreide vertaling voor Effektiv- (Duits) in het Nederlands
effektiv:
-
effektiv (effizient; zweckmäßig)
efficiënt; effectief; doelmatig; doeltreffend; krachtig-
efficiënt bijvoeglijk naamwoord
-
effectief bijvoeglijk naamwoord
-
doelmatig bijvoeglijk naamwoord
-
doeltreffend bijvoeglijk naamwoord
-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
effektiv (faktisch; wirklich; grundsätzlich; wahrhaftig; wesentlich; sachlich; essentiell; grundlegend)
daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid-
daadwerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
werkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
in feite bijvoeglijk naamwoord
-
feitelijk bijvoeglijk naamwoord
-
in werkelijkheid bijvoeglijk naamwoord
-
-
effektiv (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; solide; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; fest; kräftig; robust)
betrouwbaar; deugdelijk; degelijk-
betrouwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
degelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
effektiv (solide; gründlich; zuverlässig; tüchtig; gediegen; solid; rechtschaffen)
deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; degelijk-
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gedegen bijvoeglijk naamwoord
-
van goede hoedanigheid bijvoeglijk naamwoord
-
degelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
effektiv
Vertaal Matrix voor effektiv:
Synoniemen voor "effektiv":
Wiktionary: effektiv
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• effektiv | → efficiënt; klaar; duidelijk | ↔ articulate — clear, effective |
• effektiv | → goed | ↔ good — effective |
• effektiv | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |
Wiktionary: Effektiv-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Effektiv- | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |