Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Borg:
    • Wiktionary:
      Borg → pof, barg
      Borg → barg
    • Synoniemen voor "Borg":
      kastrierter Eber; Eber; Keiler; männliches Wildschwein
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. borg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Borg (Duits) in het Nederlands

Borg:


Synoniemen voor "Borg":

  • kastrierter Eber; Eber; Keiler; männliches Wildschwein

Wiktionary: Borg

Borg
noun
  1. redensartlich für den Vorgang des borgen
Borg
noun
  1. veeteelt|nld gesneden mannetjeszwijn (beer).

Cross Translation:
FromToVia
Borg barg barrow — castrated boar



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Borg (Nederlands) in het Duits

Borg vorm van borg:

borg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de borg (garantie; waarborg; cautie; )
    die Bürgschaft; die Gewähr; die Bürge; die Garantie; Pfand; Unterpfand; die Sicherheit; der Garantieschein

Vertaal Matrix voor borg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bürge borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom
Bürgschaft borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom borgtocht; onderpand; securiteit; waarborgsom
Garantie borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom garantie; garantiebewijs; gewisheid; gratis service; keur; stelligheid; vastheid; vastigheid; waarborg; zekerheid
Garantieschein borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom garantie; garantiebewijs; inktstempel; keur; stempel; waarborg; zegel
Gewähr borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom keur; waarborg
Pfand borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bouwwerk; gebouw; gewisheid; onderpand; pand; securiteit; statiegeld; stelligheid; vastheid; vastigheid; waarborgsom; zekerheid
Sicherheit borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bescherming; beschutting; beslistheid; beveiliging; feilloosheid; garantie; gedecideerdheid; gewisheid; hechtheid; onderpand; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pertinentie; protectie; securiteit; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; waarborgsom; zekerheid
Unterpfand borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bouwwerk; gebouw; onderpand; pand; securiteit; waarborgsom
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sicherheit Veiligheid

Verwante woorden van "borg":


Wiktionary: borg

borg
  1. eine vereinbarte Sicherheitsleistung

Cross Translation:
FromToVia
borg Kaution caution — security; guaranty; bail

Verwante vertalingen van Borg