Leider: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

leider:
- helaas; jammer
Wiktionary:
- leider → helaas, genoeg, jammer, o wee, jammer genoeg
- leider → helaas

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

leider:
- Führer; Leiter; Hauptmann; Anführer; HauptmanneinerGruppe; Chef; Gebieter; Vorstand; Vormann; Gesprächsleiter
Wiktionary:
- leider → Anführer, Führer, Leiter, Spitzenreiter, Tabellenführer
- leider → Kopf, Haupt, Oberhaupt, Hauptmann, Leiter, Anführerin, Anführer, Führerin, Führer

Duits

Uitgebreide vertaling voor leider (Duits) in het Nederlands

leider:

leider bijvoeglijk naamwoord

leider (schade; bedauerlich)
helaas; jammer
- helaas bijwoord
- jammer bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor leider:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jammer		Jammer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
helaas	bedauerlich; leider; schade	Es tut mir leid.; ach; bedauerlich; bedauerlicherweise; bedauernswert; schade; verdrießlich; ärgerlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jammer	bedauerlich; leider; schade	schade; unbefriedigend; unzulänglich; unzureichend; verdrießlich; ärgerlich

Synoniemen voor "leider":

bedauerlicherweise; blöderweise; dummerweise; idiotischerweise; leider Gottes; schlechterdings; unglücklicherweise; zu meinem Bedauern

Wiktionary: leider

leider

Ausdruck des Bedauerns
- leider → helaas

leider

adverb

jammer genoeg, spijtig genoeg
- helaas → leider

Cross Translation:

From	To	Via
• leider	→ genoeg; jammer; o wee; helaas	↔ alas — exclamation of sorrow, etc.
• leider	→ helaas; jammer genoeg	↔ unfortunately — happening through bad luck

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leider (Nederlands) in het Duits

leider:

leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de leider (aanvoerder; hoofd; hoofdman)
der Führer; der Leiter; der Hauptmann; der Anführer; der HauptmanneinerGruppe; der Chef; der Gebieter; der Vorstand
- Führer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Leiter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hauptmann [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anführer [der ~] zelfstandig naamwoord
- HauptmanneinerGruppe [der ~] zelfstandig naamwoord
- Chef [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gebieter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Vorstand [der ~] zelfstandig naamwoord
de leider (voorman; leidsman)
der Leiter; der Vormann
- Leiter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Vormann [der ~] zelfstandig naamwoord
de leider
der Gesprächsleiter
- Gesprächsleiter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leider:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anführer	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	aanstichter; aanstichters; aanvoerder; aanvoerders; aanzetter; belhamel; bestuurder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdleider; hoofdman; hoofdmannen; hopmannen; instigator; kapitein; kopmannen; kopstuk; kopstukken; leider bij de verkenners; leiders; manager; meesterknecht; opperhoofd; oprichter; opstoker; raddraaier; raddraaister; scheepskapitein; schipper; stamhoofd; stichter; voormannen; voorwerker; voorzitter
Chef	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	baas; chef; hoofd; meerdere; meester; patroon; superieur; toean; voorman; werkbaas
Führer	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bestuurder; bevelhebber; chauffeur; commandant; elektriciteitsgeleider; gebieder; geleider; gids; kapitein; kopstuk; leidraad; leidsman; loods; manager; meester; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; rijder; rondleider; scheepskapitein; schipper; voorzitter; wagenbestuurder
Gebieter	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	aanvoerder; baas; beheerser; bevelhebber; commandant; gebieder; heer; heerser; kapitein; koning; machthebber; meerdere; meester; monarch; overheerser; overste; overweldiger; patroon; soeverein; superieur; vorst
Gesprächsleiter	leider	gespreksleider
Hauptmann	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	aanvoerder; baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; hopman; kapitein; scheepskapitein; schipper; voorman; werkbaas
HauptmanneinerGruppe	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider
Leiter	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider; leidsman; voorman	elektriciteitsgeleider; geleider; hoofd; hoofdmannen; hoofdonderwijzer; klimladder; ladder; leer; leiders; leidsmannen; opperhoofden; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
Vormann	leider; leidsman; voorman	aanvoerders; groepsleider; hoofdmannen; kopmannen; leiders; meesterknecht; voormannen; voorwerker
Vorstand	aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider	Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; directie

Verwante woorden van "leider":

leiders

Verwante definities voor "leider":

wie zegt wat er moet gebeuren¹
- in deze groep is Jan de grote leider¹
wie voorop staat¹
- de leider van het klassement¹

Wiktionary: leider

leider

noun

iemand die leidt of bestuurt
- leider → Anführer; Führer; Leiter
een persoon of ploeg die op de eerste plaats staat in een competitie of wedstrijd
- leider → Spitzenreiter; Tabellenführer

leider

noun

Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
- Leiter → leider; hoofd; chef; bestuurder

Cross Translation:

From	To	Via
• leider	→ Kopf; Haupt; Oberhaupt	↔ head — leader or chief
• leider	→ Hauptmann; Leiter; Anführerin; Anführer; Kopf; Führerin; Führer	↔ leader — one having authority

Verwante vertalingen van leider

leider bij de verkenners

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: leider

Uitgebreide vertaling voor leider (Duits) in het Nederlands

leider:

leider bijvoeglijk naamwoord

leider (schade; bedauerlich)

Vertaal Matrix voor leider:

Synoniemen voor "leider":

Wiktionary: leider

Uitgebreide vertaling voor leider (Nederlands) in het Duits

leider:

leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de leider (aanvoerder; hoofd; hoofdman)

de leider (voorman; leidsman)

de leider

Vertaal Matrix voor leider:

Verwante woorden van "leider":

Verwante definities voor "leider":

Wiktionary: leider

Verwante vertalingen van leider