Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Terrain:
-
Wiktionary:
Terrain → terrein, plaats, locatie, plek, lokaliteit, oord, ruimte, zetel, aanleiding, dorp, stad, stadje, woonplaats, ambt, baan, betrekking, werkkring, post, wachtpost, plein, lokaal, aarde, aardrijk, bodem, grond, land, aardbodem, fond, ondergrond, voedingsbodem -
Synoniemen voor "Terrain":
Gelände
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Terrain (Duits) in het Nederlands
Terrain:
Synoniemen voor "Terrain":
Wiktionary: Terrain
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Terrain | → terrein | ↔ terrain — area |
• Terrain | → plaats; locatie; plek; lokaliteit; oord; ruimte; zetel; aanleiding | ↔ lieu — portion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper. |
• Terrain | → dorp; plaats; stad; stadje; woonplaats; lokaliteit; oord; ruimte; zetel | ↔ localité — lieu habité. |
• Terrain | → ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; plein; lokaliteit; oord; ruimte; zetel; lokaal; plek | ↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose. |
• Terrain | → aarde; aardrijk; bodem; grond; land; aardbodem; fond; ondergrond; voedingsbodem | ↔ terre — sol sur lequel nous marcher, sur lequel les maisons construire, qui produire et nourrir les végétaux. |