Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Lauscher:
-
Wiktionary:
Lauscher → luisteraar, toehoorder, hoorder -
Synoniemen voor "Lauscher":
Agent; Aushorcher; Beobachter; Detektiv; Ermittler; Geheimagent; Kundschafter; Privatdetektiv; Schlapphut; Schnüffler; Spion; Spitzel; Spürhund; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
-
Wiktionary:
Duits