Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Gruppe

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Gruppe

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gruppe:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gruppe (Duits) in het Nederlands

Gruppe:

Gruppe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gruppe (Gesellschaft; Klasse; Gemeinde; )
    de groep; het gezelschap; aantal personen bijeen
  2. die Gruppe (Schar; Truppe; Trupp)
    de groep
    • groep [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Gruppe (Team; Partei)
    het team; de ploeg; de partij
    • team [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ploeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. die Gruppe (Verein; Klub; Korporation; )
    de soos; de vereniging; societiet; de organisatie; de bond; de unie; de club; de orde; het gilde
    • soos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vereniging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • societiet [znw.] zelfstandig naamwoord
    • organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gilde [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Gruppe (Handwerksgilde; Verein; Klub; )
    de ambachtsgilde; de vereniging; het gilde; vakgenootschap; de club; de organisatie; de bond; de orde; de unie
    • ambachtsgilde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vereniging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gilde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vakgenootschap [znw.] zelfstandig naamwoord
    • club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. die Gruppe (Arbeitsgruppe)
    de werkgroep
  7. die Gruppe (Clübchen; Clique)
    het clubje
    • clubje [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Gruppe (Verteilerliste; Verteilergruppe)
    de groep; distributiegroep; distributielijst
  9. die Gruppe (Kontaktgruppe)
    groep contactpersonen

Vertaal Matrix voor Gruppe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal personen bijeen Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Schar; Schub; Stamm; Trupp
ambachtsgilde Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Handwerksgilde; Handwerkszunft
bond Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Allianz; Bindung; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Föderation; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Konnexion; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Staatenbund; Union; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Vertrag; Zusammenschluß
club Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Golfklub; Golfschläger; Klub
clubje Clique; Clübchen; Gruppe
gezelschap Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Schar; Schub; Stamm; Trupp Einigung; Ensemble; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe von Menschen; Klub; Schar; Sozietät; Theaterensemble; Theatergesellschaft; Theatergruppe; Trupp; Verein
gilde Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Fachverband
groep Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Schar; Schub; Stamm; Trupp; Truppe; Verteilergruppe; Verteilerliste Ansammlung; Ensemble; Theaterensemble; Theatergesellschaft; Theatergruppe; Zusammenrottung
orde Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Disziplin; Fügung; Gebot; Gesellschaftsschicht; Gesetz; Gleichmäßigkeit; Klasse; Ordnung; Position; Rang; Rangordnung; Regel; Regelmäßigkeit; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Schicht; Stand; Statut; Symmetrie; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
organisatie Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Amt; Anordnung; Anstalt; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Dienststelle; Einrichtung; Einteilung; Gestaltung; Instanz; Konstruktion; Ordnung; Organisation; Rangordnung; Stelle; Struktur; System; Zusammensetzung
partij Gruppe; Partei; Team Bankett; Fest; Festessen; Fußball; Fußballwettkampf; Fußballwettkämpfe; Galadiner; Menge; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit; bestimmter Menge; festlicheMaal; politische Gruppierung; politische Partei
ploeg Gruppe; Partei; Team Bemannung; Pflug; landwirtschaftliches Gerät
societiet Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Verein
soos Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Verein Einigung; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Klub; Sozietät; Soziätät; Verein; Vereinigung; Zyklus
team Gruppe; Partei; Team Team
unie Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Assoziation; Bindung; Bund; Bündnis; Einigung; Föderation; Gebundenheit; Genossenschaft; Koalition; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Staatenbund; Union; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenschluß
vakgenootschap Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung
vereniging Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß
werkgroep Arbeitsgruppe; Gruppe Arbeitsgruppe; Peer-zu-Peer-Netzwerk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groep gruppieren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
distributiegroep Gruppe; Verteilergruppe; Verteilerliste Verteilergruppe
distributielijst Gruppe; Verteilergruppe; Verteilerliste
groep contactpersonen Gruppe; Kontaktgruppe Kontaktgruppe
partij Los

Synoniemen voor "Gruppe":


Wiktionary: Gruppe

Gruppe
noun
  1. Mathematik, Algebra: eine Menge zusammen mit einer inneren Verknüpfung, für die das Assoziativgesetz gilt, ein neutrales Element existieren und zu jedem Element ein inverses.
  2. Militär: zweitgrößte Gliederungsform einer militärischen Teileinheit
  3. Kategorie zum Einordnen und Auffinden von Personen, Sachen, Sachverhalten oder Begriffen
  4. Anzahl von Personen oder Dingen, die gemeinsame Merkmale haben
Gruppe
noun
  1. uit meerdere personen of eenheden bestaand geheel
  2. groep personen
Cross Translation:
FromToVia
• Gruppe → bende ↔ band — group of people loosely united for a common purpose
• Gruppe → groep; verzameling ↔ group — number of things or persons being in some relation to each other
• Gruppe → groep ↔ group — in group theory
• Gruppe → groep ↔ group — column in the periodic table
• Gruppe → verzameling; set ↔ set — group of people, usually meeting socially
• Gruppe → afdeling; detachement; team; groepering; groep ↔ groupe — ensemble de personnes, voire d’animaux.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Gruppe







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0589 seconde
Page rendered in 1.0 seconds