Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Farmer:
-
Wiktionary:
Farmer → veehouder, landbouwer, boerin, boer -
Synoniemen voor "Farmer":
Agrarier; Bauer; Grundbesitzer; Kossäte; Landwirt; Pflanzer; Sämann; Berufstätiger
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Farmer (Duits) in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: Farmer
Farmer:
Synoniemen voor "Farmer":
Computer vertaling door derden:
Nederlands