Duits
Uitgebreide vertaling voor lebendig (Duits) in het Nederlands
lebendig:
-
lebendig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; fleißig; gesellig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)
-
lebendig (beweglich; aktiv; lebhaft; munter; quick)
dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig-
dynamisch bijvoeglijk naamwoord
-
actief bijvoeglijk naamwoord
-
energiek bijvoeglijk naamwoord
-
beweeglijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
-
lebendig (fröhlich; lustig; ausgelassen; emsig; heiter; gesellig; keck; lebhaft; angeregt; vergnüglich; munter; eifrig; quick; wohlgemut)
geanimeerd; druk; drukpratend-
geanimeerd bijvoeglijk naamwoord
-
druk bijvoeglijk naamwoord
-
drukpratend bijvoeglijk naamwoord
-
-
lebendig (energisch; lebhaft; kräftig; aufgeweckt; munter; schlagfertig; forsch; kraftvoll)
energiek; vief; levendig; vol fut; geanimeerd-
energiek bijvoeglijk naamwoord
-
vief bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
vol fut bijvoeglijk naamwoord
-
geanimeerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
lebendig (aufgeweckt; wacker; wach; lebhaft; munter; quick)
alert; wakker; oplettend; uitgeslapen-
alert bijvoeglijk naamwoord
-
wakker bijvoeglijk naamwoord
-
oplettend bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
lebendig (agitiert; aufgeregt; erhitzt; aufgeweckt; tüchtig; erregt; hitzig; feurig; frisch; lebhaft; munter; aufgebracht; quick)
geagiteerd; levendig; verhit-
geagiteerd bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
verhit bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lebendig:
Synoniemen voor "lebendig":
Wiktionary: lebendig
lebendig
Cross Translation:
adjective
-
lebend, am Leben, nicht tot
- lebendig → levend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lebendig | → levend | ↔ alive — having life |
• lebendig | → levendig | ↔ alive — in a state of action |
• lebendig | → uitbundig | ↔ exuberant — people very high-spirited |
• lebendig | → levendig | ↔ sassy — lively |
• lebendig | → levendig; kwiek | ↔ vibrant — Lively and vigorous |
• lebendig | → helder; gedetailleerd; krachtig | ↔ vivid — clear, detailed or powerful |
• lebendig | → levend; levendig | ↔ vivant — Qui douer de vie. |