Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hurtig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hurtig (Duits) in het Nederlands

hurtig:


Synoniemen voor "hurtig":

  • eiligst; fix; flott; flugs; geschwind; im Nu; im Sauseschritt; in Windeseile; prompt; rapid; rapide; rasant; rasch; ratz-fatz; ruck-zuck; schnell; speditiv; wie ein Lauffeuer; wie im Fluge; Zeit sparend; zeitsparend; zusehends; zügig

Wiktionary: hurtig

hurtig
adjective
  1. schnell, emsig, behände, flink
    • hurtigrap

Cross Translation:
FromToVia
hurtig druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
hurtig gauw; gezwind; haastig; snel; spoedig; vlug rapide — Qui se meut avec vitesse
hurtig druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker vigilant — Qui veille avec attention.