Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. existierend:
  2. existieren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor existierend (Duits) in het Nederlands

existierend:

existierend bijvoeglijk naamwoord

  1. existierend (bestehend)
    bestaand
  2. existierend (lebend)
    levend; in leven

Vertaal Matrix voor existierend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaand bestehend; existierend
levend existierend; lebend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in leven existierend; lebend

Wiktionary: existierend


Cross Translation:
FromToVia
existierend buiten werking; buiten gebruik defunct — no longer in use
existierend bestaande; bestaand existent — existing; having life or being, current; occurring now
existierend bestaande existing — that exists

existieren:

existieren werkwoord (existiere, existierst, existiert, existierte, existiertet, existiert)

  1. existieren (besteht; leben; dasein; fortbestehen)
    zijn; bestaan; leven; existeren
    • zijn werkwoord (ben, bent, is, was, waren, geweest)
    • bestaan werkwoord (besta, bestaat, bestond, bestonden, bestaan)
    • leven werkwoord (leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)
    • existeren werkwoord (existeer, existeert, existeerde, existeerden, geëxisteerd)
  2. existieren (dasein; vorliegen)
    er zijn; aanwezig zijn
    • er zijn werkwoord (ben er, bent er, is er, was er, waren er, er geweest)
    • aanwezig zijn werkwoord (ben aanwezig, bent aanwezig, is aanwezig, was aanwezig, waren aanwezig, aanwezig geweest)

Conjugations for existieren:

Präsens
  1. existiere
  2. existierst
  3. existiert
  4. existieren
  5. existiert
  6. existieren
Imperfekt
  1. existierte
  2. existiertest
  3. existierte
  4. existierten
  5. existiertet
  6. existierten
Perfekt
  1. habe existiert
  2. hast existiert
  3. hat existiert
  4. haben existiert
  5. habt existiert
  6. haben existiert
1. Konjunktiv [1]
  1. existiere
  2. existierest
  3. existiere
  4. existieren
  5. existieret
  6. existieren
2. Konjunktiv
  1. existierte
  2. existiertest
  3. existierte
  4. existierten
  5. existiertet
  6. existierten
Futur 1
  1. werde existieren
  2. wirst existieren
  3. wird existieren
  4. werden existieren
  5. werdet existieren
  6. werden existieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde existieren
  2. würdest existieren
  3. würde existieren
  4. würden existieren
  5. würdet existieren
  6. würden existieren
Diverses
  1. existiere!
  2. existiert!
  3. existieren Sie!
  4. existiert
  5. existierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor existieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaan Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
leven Andrang; Aufruhr; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Dasein; Emsigkeit; Existenz; Fortbestehen; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krach; Leben; Lebendigkeit; Lebenswandel; Lebhaftigkeit; Lärm; Radau; Regsamkeit; Rummel; Sein; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Umtrieb; reges Leben; starkeVerkehr
zijn Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwezig zijn dasein; existieren; vorliegen anwesend sein; beiwohnen
bestaan besteht; dasein; existieren; fortbestehen; leben
er zijn dasein; existieren; vorliegen
existeren besteht; dasein; existieren; fortbestehen; leben
leven besteht; dasein; existieren; fortbestehen; leben arbeiten; funktionieren; leben; tun; vorgehen; wohnen
zijn besteht; dasein; existieren; fortbestehen; leben sein; sich befinden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn seinem; seinen

Synoniemen voor "existieren":


Wiktionary: existieren

existieren
verb
  1. da sein, vorhanden sein, ein Teil der Realität sein

Cross Translation:
FromToVia
existieren bestaan exist — to be

Computer vertaling door derden: