Duits
Uitgebreide vertaling voor Glaubensgemeinschaft (Duits) in het Nederlands
Glaubensgemeinschaft: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- glauben: aannemen; geloven; raden; gissen; gissing maken; veronderstellen; uitgaan van
- Gemeinschaft: gemeenschap; burgers; organisatie; orde; club; unie; gilde; ambachtsgilde; vakgenootschap; verkeer; omgang; geslachtsgemeenschap; vereniging; bond; genootschap; sociëteit; broederschap; societiet; verband; relatie; samenhang; link; schakel; connectie; onderling verband; band; aansluiting; verbinding; liaison; verwantschap; paring; soos; samenwerkingsverband; coöperatie