Duits
Uitgebreide vertaling voor Attribut (Duits) in het Nederlands
Attribut:
-
Attribut
-
Attribut
-
Attribut
Vertaal Matrix voor Attribut:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
attribuut | Attribut | |
bepaling | Attribut | Adverbiale; Anordnung; Bedingung; Bestimmung; Festsetzen; Forderung; Fügung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Phrase; Verordnung; Voraussetzung; Vorbehalt; mit Masten versehen |
bijvoeglijke bepaling | Attribut | |
kenmerk | Attribut | Abzeichen; Besonderheit; Brandzeichen; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft; Einschläge; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Kennzeichnung; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Spur; Vermerk |
Synoniemen voor "Attribut":
Wiktionary: Attribut
Attribut
adjective
-
wanneer het voor een zelfstandig naamwoord geplaatst wordt