Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- teuer:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor teuer:
- duurder
Duits
Uitgebreide vertaling voor teuer (Duits) in het Nederlands
teuer:
-
teuer (kostbar)
duur; kostbaar; hooggeprijsd-
duur bijvoeglijk naamwoord
-
kostbaar bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeprijsd bijvoeglijk naamwoord
-
-
teuer (kostspielig; kostbar; edel)
-
teuer (ausgewählt; lieb; ergeben; wert)
favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen-
favoriete bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
lievelings bijvoeglijk naamwoord
-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
verkoren bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor teuer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duur | Dauer; Länge; Zeitspanne | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dierbaar | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert | beliebt; geliebt; gerngesehen; populär |
duur | edel; kostbar; kostspielig; teuer | |
kostbaar | edel; kostbar; kostspielig; teuer | edel; kostbar; kostspielig |
prijzig | edel; kostbar; kostspielig; teuer | |
toegenegen | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert | beliebt; geliebt; gerngesehen; populär |
verkoren | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
favoriete | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert | |
geselecteerd | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert | auserkoren; auserlesen; auserwählt; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt |
hooggeprijsd | kostbar; teuer | |
lievelings | ausgewählt; ergeben; lieb; teuer; wert |
Synoniemen voor "teuer":
Wiktionary: teuer
teuer
teuer
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• teuer | → geliefd; dierbaar; precieus; duur; gekoesterd; waardevol | ↔ dear — precious to or greatly valued by someone |
• teuer | → waardevol; prijzig; kostelijk; duur; kostbaar | ↔ dear — high in price; expensive |
• teuer | → duur | ↔ expensive — having a high price or cost |
• teuer | → duur; kostbaar; prijzig; dierbaar; lief; waard; waardevol; geacht; beste | ↔ cher — Qui est chéri, tendrement aimer, auquel on tenir beaucoup. |
• teuer | → dierbaar; duur; kostbaar; lief; prijzig; waard; waardevol; geacht | ↔ coûteux — Qui coûte cher. |