Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- einsilbig:
-
Wiktionary:
- einsilbig → eenlettergrepig
- einsilbig → eenlettergrepig
Duits
Uitgebreide vertaling voor einsilbig (Duits) in het Nederlands
einsilbig:
-
einsilbig (ohne Umschweife; angebunden; brüsk; kurz angebunden)
bot; kortaf; zonder omhaal-
bot bijvoeglijk naamwoord
-
kortaf bijvoeglijk naamwoord
-
zonder omhaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
einsilbig
eenlettergrepig-
eenlettergrepig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor einsilbig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bot | Gebeine; Knochen | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bot | angebunden; brüsk; einsilbig; kurz angebunden; ohne Umschweife | bäuerisch; derb; doof; dumm; flegelhaft; grob; grobschlächtig; klobig; lümmelhaft; plump; schroff; schwerfällig; stumpf; täppisch; tölpelhaft; unerzogen; ungehobelt; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; unhöflich; unkultiviert; unscharf; verschwommen; wild; zutäppisch |
eenlettergrepig | einsilbig | |
kortaf | angebunden; brüsk; einsilbig; kurz angebunden; ohne Umschweife | barsch; brüsk; kurzweg; mürrisch; reizbar; schroff; verdrießlich |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bot | Robot | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zonder omhaal | angebunden; brüsk; einsilbig; kurz angebunden; ohne Umschweife | kurz; kurzerhand |
Synoniemen voor "einsilbig":
Wiktionary: einsilbig
einsilbig
Cross Translation:
adjective
-
taalkunde|nld uit een enkele lettergreep bestaand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• einsilbig | → eenlettergrepig | ↔ monosyllabic — consisting of one syllable |