Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- bekunden:
-
Wiktionary:
- bekunden → betuigen, manifesteren
Duits
Uitgebreide vertaling voor bekunden (Duits) in het Nederlands
bekunden:
-
bekunden (ausdrücken; zum Ausdruck bringen)
tot uitdrukking brengen-
tot uitdrukking brengen werkwoord (breng tot uitdrukking, brengt tot uitdrukking, bracht tot uitdrukking, brachten tot uitdrukking, tot uitdrukking gebracht)
-
Conjugations for bekunden:
Präsens
- bekunde
- bekundest
- bekundet
- bekunden
- bekundet
- bekunden
Imperfekt
- bekundete
- bekundetest
- bekundete
- bekundeten
- bekundetet
- bekundeten
Perfekt
- habe bekundet
- hast bekundet
- hat bekundet
- haben bekundet
- habt bekundet
- haben bekundet
1. Konjunktiv [1]
- bekunde
- bekundest
- bekunde
- bekunden
- bekundet
- bekunden
2. Konjunktiv
- bekundete
- bekundetest
- bekundete
- bekundeten
- bekundetet
- bekundeten
Futur 1
- werde bekunden
- wirst bekunden
- wird bekunden
- werden bekunden
- werdet bekunden
- werden bekunden
1. Konjunktiv [2]
- würde bekunden
- würdest bekunden
- würde bekunden
- würden bekunden
- würdet bekunden
- würden bekunden
Diverses
- bekund!
- bekundet!
- bekunden Sie!
- bekundet
- bekundend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bekunden:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| tot uitdrukking brengen | ausdrücken; bekunden; zum Ausdruck bringen |
Synoniemen voor "bekunden":
Bekunden:
Synoniemen voor "Bekunden":
Computer vertaling door derden: