Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ressource:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ressource:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ressource (Duits) in het Nederlands

Ressource:

Ressource

  1. Ressource
    de bron
    • bron [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. Ressource
    de werkplaats
  3. Ressource
    de resource

Vertaal Matrix voor Ressource:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bron Ressource Abfluß; Absender; Brunnen; Datenquelle; Flußquelle; Grube; Herkunft; Informationsquelle; Inspirationsherkunft; Quelle; Station; Zisterne
resource Ressource
werkplaats Ressource Atelier; Studio; Werkstatt; Werkstätte

Synoniemen voor "Ressource":


Wiktionary: Ressource

Ressource
noun
  1. natürliche Rohstoffvorkommen

Cross Translation:
FromToVia
Ressource bron; hulpbron; faciliteit; hulpmiddel; ressource resource — something that one uses to achieve an objective



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Ressource (Nederlands) in het Duits

ressource:

ressource [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ressource (redmiddel; hulpmiddel)
    Hilfsmittel

Vertaal Matrix voor ressource:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hilfsmittel hulpmiddel; redmiddel; ressource bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; prothese; steun; steunuitkering

Verwante woorden van "ressource":

  • ressources

Wiktionary: ressource

ressource
noun
  1. natürliche Rohstoffvorkommen

Cross Translation:
FromToVia
ressource Ressource; Mittel resource — something that one uses to achieve an objective