Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ministerium:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ministerium (Duits) in het Nederlands

Ministerium:

Ministerium [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ministerium (Abteilung; Zweigstelle)
    het ministerie; de departement
  2. Ministerium (Departement; Abteilungen)
    de departementen; de afdelingen
  3. Ministerium
    het ministerie

Vertaal Matrix voor Ministerium:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdelingen Abteilungen; Departement; Ministerium
departement Abteilung; Ministerium; Zweigstelle Abteilung; Departement; Dezernat; Geschäftsstelle; Rechtsgebiet; Sektion; Verwaltungsregion; Zweigstelle
departementen Abteilungen; Departement; Ministerium
ministerie Abteilung; Ministerium; Zweigstelle

Synoniemen voor "Ministerium":


Wiktionary: Ministerium

Ministerium
noun
  1. ein Gebäude, in dem [1] seinen Sitz hat
  2. oberste Behörde eines Staates unter der Leitung eines Ministers
Ministerium
noun
  1. een afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd

Cross Translation:
FromToVia
Ministerium departement; ministerie ministry — government department
Ministerium departement département — Partie d’affaires d’état
Ministerium ministerie; kabinet ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.