Grus: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Grus:
- grind; kiezelsteentjes; kiezels; grindsteen; keizand; klont; klonter
Gruß:
- groet; welkomstgroet; begroeting; saluut; groeten; handgebaar
Wiktionary:
- Grus → gravel, grind, gruis, steengruis
- Gruß → begroeting, groet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Grus (Duits) in het Nederlands

der Grus (Kieselstein; Kies)
het grind; kiezelsteentjes; de kiezels; grindsteen; keizand
- grind [het ~] zelfstandig naamwoord
- kiezelsteentjes [znw.] zelfstandig naamwoord
- kiezels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- grindsteen [znw.] zelfstandig naamwoord
- keizand [znw.] zelfstandig naamwoord
der Grus (Klumpen; Brocken; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
de klont; de klonter
- klont [de ~] zelfstandig naamwoord
- klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grind	Grus; Kies; Kieselstein
grindsteen	Grus; Kies; Kieselstein
keizand	Grus; Kies; Kieselstein	Kieselsand
kiezels	Grus; Kies; Kieselstein
kiezelsteentjes	Grus; Kies; Kieselstein
klont	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel	Brocken; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Zuckerwürfel
klonter	Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel

Cross Translation:

From	To	Via
• Grus	→ gravel; grind; gruis; steengruis	↔ gravier — géologie\|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).

der Gruß (Begrüßung)
de groet; de welkomstgroet; de begroeting; het saluut
- groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- welkomstgroet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- begroeting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- saluut [het ~] zelfstandig naamwoord
der Gruß (Begrüßung)
de groet; de groeten
- groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- groeten [de ~] zelfstandig naamwoord
der Gruß (Begrüßung)
de groet; het handgebaar
- groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- handgebaar [het ~] zelfstandig naamwoord

Cross Translation:

From	To	Via
• Gruß	→ begroeting; groet	↔ greeting — acknowledgement of a persons presence or arrival