Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Gewächs

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Gewächs

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gewächs:
- plant; gewas; teelgewas
Wiktionary:
- Gewächs → gewas, plant
- Gewächs → gewas, plant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewächs (Duits) in het Nederlands

Gewächs:

Gewächs [das ~] zelfstandig naamwoord

Gewächs (Pflanze)
de plant; het gewas
- plant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gewas [het ~] zelfstandig naamwoord
Gewächs
het gewas; teelgewas
- gewas [het ~] zelfstandig naamwoord
- teelgewas [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gewächs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gewas	Gewächs; Pflanze	Anpflanzen; Anpflanzung; Bepflanzung; Vegetation
plant	Gewächs; Pflanze
teelgewas	Gewächs

Synoniemen voor "Gewächs":

Pflanze; Geschöpf; Kreatur; Lebewesen; Organismus; Wesen

Wiktionary: Gewächs

Gewächs

noun

dat wat aanwast op het veld, maar nog niet geoogst is.
- gewas → Gewächs; Pflanze
een van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde opneemt
- plant → Pflanze; Gewächs

Cross Translation:

From	To	Via
• Gewächs	→ gewas; plant	↔ vegetable — any plant

Computer vertaling door derden: