Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: zusichern

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: zusichern

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

zusichern:
- instaan voor; garant staan; borg zijn
Wiktionary:
- zusichern → plechtig beloven, beveiligen, in veiligheid brengen, veilig stellen, vrijwaren, behoeden, beschermen, beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen, nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, borg staan voor, garanderen, sponsoren, waarborgen, betuigen, verzekeren, assureren

Duits

Uitgebreide vertaling voor zusichern (Duits) in het Nederlands

zusichern:

zusichern werkwoord (sichere zu, sicherst zu, sichert zu, sicherte zu, sichertet zu, zugesichert)

zusichern (garantieren; gewährleisten; sicherstellen)
instaan voor; garant staan; borg zijn
- instaan voor werkwoord (sta in voor, staat in voor, stond in voor, stonden in voor, ingestaan voor)
- garant staan werkwoord
- borg zijn werkwoord

Conjugations for zusichern:

Präsens

sichere zu
sicherst zu
sichert zu
sicheren zu
sichert zu
sicheren zu

Imperfekt

sicherte zu
sichertest zu
sicherte zu
sicherten zu
sichertet zu
sicherten zu

Perfekt

habe zugesichert
hast zugesichert
hat zugesichert
haben zugesichert
habt zugesichert
haben zugesichert

1. Konjunktiv [1]

sichere zu
sicherest zu
sichere zu
sicheren zu
sicheret zu
sicheren zu

2. Konjunktiv

sicherte zu
sichertest zu
sicherte zu
sicherten zu
sichertet zu
sicherten zu

Futur 1

werde zusichern
wirst zusichern
wird zusichern
werden zusichern
werdet zusichern
werden zusichern

1. Konjunktiv [2]

würde zusichern
würdest zusichern
würde zusichern
würden zusichern
würdet zusichern
würden zusichern

Diverses

sicher zu!
sichert zu!
sicheren Sie zu!
zugesichert
zusichernd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zusichern:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
borg zijn	garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern
garant staan	garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern
instaan voor	garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern	garantieren; gewährleisten; sicherstellen

Synoniemen voor "zusichern":

die Verantwortung übernehmen; geradestehen; garantieren; gewährleisten; sicherstellen; Sorge tragen; sorgen; verbürgen; versprechen
belegen; reservieren; vorbehalten; widmen; zurückhalten; zuteilen

Wiktionary: zusichern

Cross Translation:

From	To	Via
• zusichern	→ plechtig beloven	↔ pledge — to make a solemn promise
• zusichern	→ beveiligen; in veiligheid brengen; veilig stellen; vrijwaren; behoeden; beschermen; beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen; nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken; borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen; betuigen; verzekeren; assureren	↔ assurer — rendre stable.
• zusichern	→ betuigen; verzekeren	↔ certifier — Témoigner qu’une chose est vraie.