Duits
Uitgebreide vertaling voor vertiefen (Duits) in het Nederlands
vertiefen:
-
vertiefen (aushöhlen)
Conjugations for vertiefen:
Präsens
- vertiefe
- vertiefst
- vertieft
- vertiefen
- vertieft
- vertiefen
Imperfekt
- vertiefte
- vertieftest
- vertiefte
- vertieften
- vertieftet
- vertieften
Perfekt
- habe vertieft
- hast vertieft
- hat vertieft
- haben vertieft
- habt vertieft
- haben vertieft
1. Konjunktiv [1]
- vertiefe
- vertiefest
- vertiefe
- vertiefen
- vertiefet
- vertiefen
2. Konjunktiv
- vertiefte
- vertieftest
- vertiefte
- vertieften
- vertieftet
- vertieften
Futur 1
- werde vertiefen
- wirst vertiefen
- wird vertiefen
- werden vertiefen
- werdet vertiefen
- werden vertiefen
1. Konjunktiv [2]
- würde vertiefen
- würdest vertiefen
- würde vertiefen
- würden vertiefen
- würdet vertiefen
- würden vertiefen
Diverses
- vertief!
- vertieft!
- vertiefen Sie!
- vertieft
- vertiefend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor vertiefen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| verdiepen | aushöhlen; vertiefen |
Synoniemen voor "vertiefen":
Vertiefen:
-
Vertiefen (Austiefen)
Vertaal Matrix voor Vertiefen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| uitdiepen | Austiefen; Vertiefen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| uitdiepen | aushöhlen |
Computer vertaling door derden: