Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Bösartigkeit:
-
Wiktionary:
- Bösartigkeit → kwaadaardigheid
Duits
Uitgebreide vertaling voor Bösartigkeit (Duits) in het Nederlands
Bösartigkeit:
-
die Bösartigkeit (Wut; Zorn; Grimm)
-
die Bösartigkeit (Gehässigkeit; Gemeinheit; Schlechtigkeit; Boshaftigkeit; Falschheit; Hinterhältigkeit; Niederträchtigkeit; Giftigheit)
Vertaal Matrix voor Bösartigkeit:
Synoniemen voor "Bösartigkeit":
Wiktionary: Bösartigkeit
Bösartigkeit
noun
-
het innerlijk slecht zijn
-
het schadelijk zijn (bijv. van een ziekte)