Duits
Uitgebreide vertaling voor zänkisch (Duits) in het Nederlands
zänkisch:
-
zänkisch (zankend; streitsüchtig; streitend; zanksüchtig)
ruzieachtig; op ruzie lijkend-
ruzieachtig bijvoeglijk naamwoord
-
op ruzie lijkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
zänkisch (streitsüchtig; zanksüchtig)
-
zänkisch (streitsüchtig; zanksüchtig)
ruziezoekend-
ruziezoekend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zänkisch:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ruzieachtig | streitend; streitsüchtig; zankend; zanksüchtig; zänkisch | |
ruziezoekend | streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch | |
twistziek | streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op ruzie lijkend | streitend; streitsüchtig; zankend; zanksüchtig; zänkisch | |
ruzieziek | streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch |