Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- wegbringen:
-
Wiktionary:
- wegbringen → afnemen, afpakken, weghalen, wegnemen, bergen, bewaren, opbergen, wegleggen, wegzetten, afschaffen, elimineren, opdoeken, uitmaken, verwijderen, wegdoen
Duits
Uitgebreide vertaling voor wegbringen (Duits) in het Nederlands
wegbringen:
-
wegbringen (begleiten; mitgehen; geleiten)
-
wegbringen (wegtragen; abführen; abtragen; fortfahren; wegführen; forttragen; wegschleppen; fortführen; davontragen; fortschaffen; wegschaffen; fortbringen; fortschleppen)
Conjugations for wegbringen:
Präsens
- bringe weg
- bringst
- bringt
- bringen weg
- bringt weg
- bringen weg
Imperfekt
- brachte weg
- brachtest weg
- brachte weg
- brachten weg
- brachtet weg
- brachten weg
Perfekt
- habe weggebracht
- hast weggebracht
- hat weggebracht
- haben weggebracht
- habt weggebracht
- haben weggebracht
1. Konjunktiv [1]
- bringe weg
- bringest weg
- bringe weg
- bringen weg
- bringet weg
- bringen weg
2. Konjunktiv
- brächte weg
- brächtest weg
- brächte weg
- brächten weg
- brächtet weg
- brächten weg
Futur 1
- werde wegbringen
- wirst wegbringen
- wird wegbringen
- werden wegbringen
- werdet wegbringen
- werden wegbringen
1. Konjunktiv [2]
- würde wegbringen
- würdest wegbringen
- würde wegbringen
- würden wegbringen
- würdet wegbringen
- würden wegbringen
Diverses
- bring weg!
- bringt weg!
- bringen Sie weg!
- weggebracht
- wegbringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor wegbringen:
Synoniemen voor "wegbringen":
Wiktionary: wegbringen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wegbringen | → afnemen; afpakken; weghalen; wegnemen; bergen; bewaren; opbergen; wegleggen; wegzetten; afschaffen; elimineren; opdoeken; uitmaken; verwijderen; wegdoen | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |
Computer vertaling door derden: